De laatste profeet
Volgens de Islamieten was Mohammed de laatste profeet. Hij was geen stichter van een nieuwe religie. Zijn taak bestond eruit de Arabieren op te roepen om terug te keren tot het oorspronkelijke geloof. Bovendien zag Mohammed het als zijn taak om te waarschuwen voor de Dag des Oordeels.
Vanaf het eerste moment dat Mohammed zijn taak als boodschapper van God op zich nam, verkondigde hij drie dingen:
1. Er is maar één God.
2. Geef aan de armen.
3. Iedereen wordt door God geoordeeld, nog voor zijn dood.
Invloed van andere religies
Omdat Mohammed in aanraking kwam met onder andere de religies van Joden en Christenen, wordt verondersteld dat hij elementen uit deze godsdiensten overnam. Dat zou betekenen dat Mohammed voornamelijk de schrijver (of redacteur) is van de Koran. Moslims gaan er echter van uit dat de Koran in opdracht van God door de engel Gabriël aan Mohammed geopenbaard werd. Met andere woorden: Mohammed is de boodschapper van God. Hoe het ook zij, de Koran is het heilige geschrift waarin de richtlijnen staan beschreven waaraan de gelovige moslim zich moet houden.
Vijf plichten
Een goede moslim voldoet aan vijf plichten:
1. De Shahada (de Geloofsgetuigenis); uitspreken dat er één God is en dat Mohammed zijn boodschapper is.
2. De Salaat (het Gebed); vijf maal per dag bidden met het gezicht richting Mekka.
3. De Zakaat (de Armenbelasting); liefdadigheid, een deel van je geld geven aan armen
4. De Sawm (de Vastentijd); vasten tijdens de Ramadan.
5. De Hadj (de Bedevaart); de pelgrimstocht die je minstens één maal in je leven moet maken.
Deze vijf plichten vormen de grondbeginselen van de Islam (= overgave aan God). Lang na Mohammeds dood krijgen deze vijf plichten de naam De Vijf Zuilen van de Islam.