Slag bij Badr
Medina was een ander soort stad dan Mekka. In plaats van handel werd hier landbouw bedreven. De moslims waren deze manier van leven niet gewend. Om aan inkomsten te komen, waren zij afhankelijk van de inwoners van Medina, die daarom ook ansaar (= helpers) werden genoemd. Verschillende stammen overvielen karavanen van andere stammen. Zo gebeurde het dat de moslims karavanen uit Mekka overvielen om aan hun waren te komen. Deze rooftochten leverden vaak onderlinge strijd tussen de stammen op.
Mekka stuurde in 624 een leger om een belangrijke karavaan te beschermen. Bij de oase Badr, op de route tussen Mekka en Medina, kwam het tot een gevecht tussen het Mekkaanse leger en de moslims van Mohammed. De veel kleinere groep moslims versloeg de Mekkanen. Het verhaal gaat dat dit was te danken aan de tussenkomst van engelen, die een regen van stenen op de Mekkanen hadden doen neerdalen.
Slag bij Oehoed
In 626 namen de Mekkanen wraak. Met een leger van 3000 man versloegen zij de moslims, die maar 1000 man groot waren. Dat was bij de stad Oehoed. De moslims trokken zich terug in Medina. Mekka wilde voor eens en voor altijd een einde maken aan de stam. In 627 brachtten de Mekkanen daarom een leger van 10.000 soldaten op de been en trokken naar Medina. Daar wachtte hen echter een verrassing.