Creativiteit

Om obstakels te overwinnen moet je soms creatief zijn. Creativiteit helpt je om je taken beter uit te kunnen voeren of om er meer plezier in te hebben.

De voorstelling ‘Opa, waarom zijn er meer antwoorden dan vragen?’ gaat ook over creatief zijn. Cindy moet een probleem oplossen – namelijk de zolder opruimen – en met behulp van haar fantasie lukt het haar uiteindelijk de taak te volbrengen. Ze verzint allerlei personages die haar zouden kunnen helpen (de één is wat nuttiger dan de ander) en al fantaserend ‘praat’ zij zichzelf door de opdracht heen. Ook de kinderen moeten soms hun fantasie aanspreken om hun taken uit te kunnen voeren. Zeker, als dat niet makkelijk voor hen is. En als er geen hulp is, dan helpt het misschien om de hulp zelf bij elkaar te fantaseren, zoals Cindy dat doet. Bijvoorbeeld de knuffel op bed kan worden ingezet of het leger playmobiel, of de vrachtwagen, of… zolang de taak maar wordt uitgevoerd, is alles mogelijk.

Opdracht voor in de klas

Verkleedkist: De kist in de voorstelling zit vol attributen en kledingstukken waarmee de kinderen de personages uit het verhaal kunnen spelen: de papegaai, de trompettist, de sergeant/luitenant/majoor/kapitein/kolonel/generaal, de koning, de brandweerman, de tovenaar. Laat de verbeelding vrij gaan; de trompettist hoeft niet een trompet in de hand te hebben, dit kan ook een fluit zijn of bijvoorbeeld een liniaal.

Speel met de kinderen het verhaal na. Uiteraard kunnen er nog veel meer personages uit de verkleedkist (het rode boek) komen zodat alle kinderen er één kunnen kiezen. Laat de kinderen zelf verzinnen wie ze willen spelen en welke taak dit personage heeft: De papegaai praat en rijmt, de trompettist blaast de aftocht, de koning geeft bevelen, de brandweerman blust het vuur, de tovenaar tovert alle spullen op zijn plek. Wie komt er nog meer voorbij? En hoe kunnen zij helpen de zolder (of het klaslokaal;-) op te ruimen?

Als er geen verkleedspullen op school aanwezig zijn, kunt u de kinderen vooraf een personage laten kiezen en de kleding of attributen van huis mee laten nemen.

Hulp bij het spelen:

Laat de kinderen een personage kiezen.
We werken in tweetallen: één speler stelt een vraag, de andere speler verzint van alles om de vraag te ontwijken, want het antwoord weet hij niet!

Laat de kinderen een taak kiezen. Bijvoorbeeld het opruimen van het speellokaal.
We werken in twee groepen. De ene groep wil graag de taak uitvoeren. En verzint van alles om dat te doen. De andere groep zorgt ervoor dat de taak moeilijk wordt.

Laat de kinderen een scene kiezen uit het boek. Bijvoorbeeld de scene met de soldaten.
Een aantal kinderen spelen de soldaten. Andere kinderen spelen de hulptroepn (de brandweer). De soldaten zijn onhandig en luisteren nergens naar. Daardoor gaan er dingen mis. Het wordt een puinhoop! Als er per ongeluk een kanon afgaat (u geeft het signaal!) komen de hulptroepen op (de brandweer). Zij zorgen ervoor dat alles weer in orde komt.

Spelen met taal

Een andere lijn in het verhaal is natuurlijk het spelen met taal. Cindy stelt haar open allerlei -grappige – vragen. Onder het hoofdje ‘Vragen aan Opa’ gaan we hier dieper op in. U kunt dit onderdeel gebruiken om met de kinderen door te praten over de vragen die Cindy stelt, wat hier ‘gek of ‘grappig’ aan is en u kunt met de kinderen zelf vragen bedenken om aan hun eigen opa, oma of ouders te stellen. Wat hebben zij altijd al willen weten? Bij dit onderdeel staan we iets langer stil.

Klik hier om direct naar ‘Vragen aan Opa’ te gaan.

Soldaat_Verkleedkist

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

sterren