1944-1945 Hongerwinter en bevrijding
In deze periode heerste grote schaarste in het noorden van Nederland en rond Amsterdam. De Duitsers hadden een plan bedacht om de Nederlandse spoorwegstaking te straffen. Er mochten nu geen treinen meer rijden op plaatsen waar de Nederlanders dat zelf nodig hadden. Dat betekende dat er vooral in de steden een enorm tekort aan voedsel kwam. Alle winkels waren snel leeg en het was ook nog winter. Er was ook een gebrek aan brandstof. Veel mensen trokken met hun spullen naar het platteland in de hoop daar voedsel te kunnen vinden. Duizenden mensen kwamen om van de honger. Die winter staat daarom bekend als de "Hongerwinter". De geallieerden (Amerikanen, Canadezen en Engelsen) probeerden iets aan het voedseltekort te doen. Op 29 april 1945 lieten vliegtuigen voedselpakketten vallen.
Op 5 mei 1945 werd ook het noorden van Nederland bevrijd. De geallieerden werden als helden ontvangen. Iedereen was op straat en vierde feest. De Amerikanen deelden sigaretten, chocola en kauwgum uit.
Mensen die de Duitsers hadden geholpen, werden opgepakt. Vrouwen die een relatie hadden met een Duitser werden kaalgeschoren en door de stad gereden. Veel mensen van de N.S.B. waren al eerder vertrokken, omdat ze bang waren.
Ieder jaar vieren we de bevrijding nog steeds op 5 mei. De avond daarvoor herdenken we de slachtoffers van de oorlog.