pers archief

(Het Parool, 14 januari 2008)
'Het huis van de moskee' imponeert
SONJA DE JONG  

Het lijkt een onmogelijke opgave: het meer dan 400 pagina's dikke boek 'Het huis van de moskee' van Kader Abdolah, dat een geschiedenis van tientallen jaren en evenzoveel personages omvat, te bewerken tot theatervoorstelling. En dat dan ook nog eens voor toeschouwers vanaf 10 jaar. Of dat laatste helemaal is gelukt, valt te betwijfelen. Want deze enscenering veronderstelt toch wel enige voorkennis van de geschiedenis van Iran, meer dan de meeste tienjarigen zullen hebben.

Maar zeker is dat 'Het huis van de moskee' in de bewerking van René Groothof een van de mooiste voorstellingen van dit seizoen is. Een voorstelling waar je ademloos naar kijkt, soms lachend, dan weer vol ontroering. En die onder je huid kruipt en je na afloop nog lang bezig houdt.

In 'Het huis van de moskee' beschreef de uit Iran gevluchte schrijver Kader Abdolah de ontwikkelingen in zijn land, van eind jaren zestig tot eind jaren negentig, van milde islam vol cultuur en poëzie tot radicale islam van onderdrukking en moord. Hij deed dat in de vorm van een groot aantal min of min op zichzelf staande verhalen rond de familie en vrienden van Aga Djan, tapijthandelaar en sleutelhouder van de moskee in zijn dorp.

Die verhaalvorm maakte het Groothof mogelijk om grote delen weg te laten en alleen die vertellingen eruit te pikken die essentieel zijn voor de loop van de geschiedenis of die grappig of ontroerend zijn en deze in korte, afgeronde scènes te spelen.

Alle personages worden gespeeld door Groothof zelf, die vooral de wijze Aga Djan op schitterende wijze neerzet, en door de twee jonge acteurs Elsa May Averill en Menno Stijntjes. Vooral Averill is een openbaring. Hoe zij als Zinat, de vrouw van de imam, met een haast verontschuldigende glimlach het verhaal van de dood van haar zoontje in de fontein voor het huis vertelt, is hartverscheurend. Dat zij, net als Stijntjes, ook een groot komisch talent is, bewijzen ze onder meer in de scène van de grootmoeders die twintig jaar lang vegen in de hoop dat de profeet hen dan naar Mekka zal brengen. Na twintig jaar schittert de profeet echter door afwezigheid en welgemoed beginnen de grootmoeders met nog maar eens twintig jaar vegen.

Maar in de loop der jaren neemt de dreiging toe. De ayatollahs winnen aan macht, de islam krijgt een steeds meedogenlozer gezicht. Tot het huis, verbeeld door een uitvergrote print van een Perzisch tapijt, letterlijk uiteensplijt en plaatsmaakt voor een projectie van een van de beruchte martelcentra van de ayatollahs.

Talloze gematigden sterven voor het vuurpeloton, ook de zoon van Aga Djan. Schitterend verbeeld is de tocht die de vader met het lichaam van zijn zoon maakt in de hoop een plek te vinden waar hij hem mag begraven. Een foto van de bergen, een piepklein autootje in de handen van Averill en je ziet de auto in de ijzige kou door het gebergte rijden.

De voorstelling zit vol van dergelijke vondsten. Een wandelstok verbeeldt het gehandicapte zoontje van Sediq, met niet meer dan een gekke muts of een ander paar schoenen veranderen de spelers in steeds andere personages. Mooi is ook de scène waarin de vrouw van Aga Djan op de achtergrond wulps wiegend de onder Farah Dibah ingezette vernieuwing vorm geeft, terwijl op de voorgrond de fundamentalistische imam Galgal zijn intree doet.

Onder dit alles legt gitarist Wiek Hijmans een abstract klanktapijt. De schoten uit de geweren, het verdriet van de moeder, de dans van de grootmoeders, hij zet het om in klanken en bepaalt daarmee in hoge mate de sfeer van elke scene.

Met zijn vorige voorstelling 'Meneer Ibrahim en de bloemen van de koran' won Groothof de Gouden Krekel 2006. Met deze nieuwe productie verdient hij die minstens net zo zeer.

Het huis van de moskee, door René Groothof, regie Aike Dirkzwager. Gezien: premiere 11/1, De Krakeling, Amsterdam

-----------------------------------------------------------------------------------------------------

(Volkskrant 15 januari 2008)

Bewerking van het'Huis van de moskee' heeft fijne nasmaak

JEUGDTHEATER
Eigenlijk speelt de elektrische gitaar de hoofdrol in Het huis van de moskee van Rene Groothof naar het boek van Kader Abdo-lah. Die is namelijk anderhalf uur nonstop to horen. Fluisterend, raspend, ruw uithalend. De deining die dat in je hoofd veroorzaakt is vast sfeerverhogend bedoeld, maar in de praktijk is het even wennen.
In feite geldt dat voor de gehele voorstelling. Het is een vol stuk naar een rijk boek over de familie van de Iraanse  tapijthandelaar Aga Djan, met op de achtergrond de steeds radicalere stroming onder de ayatollahs.

Zeker vijftien personages nemen Rene Groothof en acteurs Elsa MayAverill en Menno Stijntjes voor hun rekening. Overal op het toneel liggen kledingstukken en zo snel als die kunnen worden aangetrokken, zo snel wisselen de rollen. De uitstekende Averill krijst het ene moment nog als de barende echtgenote Sediq, het volgende moment is ze haar eigen moeder die vinnig bevelen uitdeelt. Stijntjes springt er omheen als vroedvrouw, terwijl Groothof als Aga Djan van een afstandje toekijkt.


De geboorte van het kind leidt tot een van de mooiste scènes uit de voorstelling: Groothof verbeeldt het kind met zijn wandelstok en allemachtig, de wandelstok wordt kind. Groothof laat het Langs zijn benen omhoog klauteren. Op zo'n moment gaat het even niet over het verhaal, maar over een acteur die van iets kleins iets bijzonders kan maken. Dan is het alweer voorbij, reng, het is een week later, reng, nog een maand, reng de gitaar zwelt aan, de rollen wisselen en het verhaal dendert A voort naar het einde.

Als de zinnen een dag later tot rust zijn gekomen, blijkt de nasmaak van de voorstelling aangenaam. Dan winnen de acteurs en de ritmische regie van Aike Dirkzwager het van de razende tijd. En misschien dat na de eerste premiere-stress ook het volume van de gitaar van Wiek Hijmans nog iets wordt teruggedraaid.


Jowi Schmitz
Het huis van de moskee door BEER Muziektheaterproducties 10+. Tournee Urn 20/4.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------

(TROUW 17 januari 2008)

Het huis van de moskee, een wervelwind op het toneel
jeugdtheater
'Het huis van de moskee' door BEER muziektheaterproducties,
vanaf tien jaar. 20/1 in Woerden, 251 in Enschede,
27 1 in Tilburg, 1/2 in Utrecht, 1012 in Gouda.
Tournee tam 20/4.
Info: wwwhethuisvandemoskee.nl


Er was eens een oud huis naast een moskee waar de familie woonde van tapijthandelaar Aga Djan. De pater familias - een mooie rol van Rene Groothof - zit met zijn wandelstok in de hand op een stoel. Naast hem hebben een acteur en een actrice de handenvol aan het vertellen van zijn levensverhaal ten tijde van de Iraanse revolutie in de jaren zeventig.

'Het huis van de moskee' van Kader Abdolah is een epos dat eerder om een verfilming dan een theaterbewerking lijkt te vragen. Maar schrijfster Suzanne van Lohuizen en regisseur Aike Dirkzwager brachten het terug tot een cast van drie acteurs en een muzikant in een eenvoudig decor, die zo'n beetje alle personages uit het boek spelen. Aga Djan heeft drie grootmoeders, een broer en twee neven, die samen met hun kinderrijke gezinnen het verhaal bevolken.

Acteurs Elsa May Averill en Menno Stijntjes springers onbevangen in het verhaal, zoals een nieuwsgierige lever die een onbekend boek uit verre windstreken openslaat. Het duurt dan ook even voor ze als vertellers de sfeer weten te treffen. Ondertussen buitelen al die personages in een bonte parade over het toneel. Maar langzarnerhand komt het drama van Iran in deze familiegeschiedenis tot leven. Als de sjah uit het land wordt verdreven en de ayatollahs de macht grijpen, komen ook de familieleden tegenover elkaar te staan. Een grimmige sfeer vol achterdocht, ' verdachtmakingen en dreigend gevaar does zijn intrede.
Als emoties de overhand krijgen, kruipen de acteurs steeds verder in de huid van de personages. Het is knap hoe ze dan een land vol onrust tot leven weten te brengen. Het aan getrouwde familielid -Galgal, die radicaal tegen alle westerse invloeden is, ontketent een harde actie tegen de plaatselijke bioscoop. Terwijl een in zwarte sluiers gehulde schoonzus op straat naar vrouwen speurt die zich niet aan de kledingvoorschriften houden of make-up dragen.

Niets blijft Aga Djan bespaart en hij ziet de grond onder zijn voeten verdwijnen. Zijn zoon wordt geëxecuteerd en hij kan niet eens een plaats vinden om hem te begraven.  Rene Groothof hult zijn personage in een melancholie die je bij de keel grijpt. Het Iran dat Aga Djan ooit kende is verdwenen. Er gingen jaren voorbij en 'het verdriet groeide als een boom in de tuin'.

'Het huis van de moskee' is geen gemakkelijke kost voor kinderen. Maar de voorstelling raast als een meeslepende wervelwind over het toneel. Als de rust is weergekeerd lijken we de doden onverwacht in het paradijs terug te zien. Dat blijft een schrale troost.
Anita Twaalfhoven
 
-----------------------------------------------------------------------------------------------------

Een voorstelling die staat als een huis

Beroemd boek op de planken, KIDSWEEK (pdf)

 

Bart Deuss
Volkskrant 22-2-2005
De graaf van Egmont

Beer Producties/Rent Groothof.
Tekst Serge van Wijngaarden.
Regie Aike Dirkzwager.
Vanaf 7 jaar.
T/m 13 mei www.stipprodukties.nl


Een nar speelt 'galgje' met een veroordeelde. De graaf van Egmont kan elk moment worden opgehangen. Opnieuw stopt René Groothof zijn historisch theater boordevol guitige en zinnige actualiteit. Groothof voert zijn publiek, samen met zijn accordeon spelende nar, terug naar de, zestiende eeuw, vlak voor de Tachtigjarige Oorlog met Spanje. Nederland zucht onder de Spaanse terreur tegen de 'goddeloze 'protestanten. De gelijkenis dringt zich op met de huidige moslimfundamentalisten. Egmont gaat de protestantse zaak zelf regelen bij de koning in Spanje en dat kost hem uiteindelijk zijn kop.

Op zijn bekende schlemielige wijze gruttert Groothof door de rollen om telkens bij de oprechte Egmont terug te keren. Diens karakter van slungelige loser maakt dat de neerwaartse energie soms te zeer overheerst. De idiote dansscene aan het Spaanse hof, waarbij de nar alles speelt behalve het hem door Egmond toegesiste 'Speel iets Spaans!', zorgt voor de dankbare en noodzakelijke, contrasterende energie.

De animaties op het achterdoek zijn erg raak en komisch. Van Asterix en Obelix-achtige landkaarten en voorbij galopperende ridders tot een overstekende gevangenismuis en de doorkijk door het gevangenisraampje op de binnenplaats met de echte galg.
in een smaakvol, sober decor houdt Groothof de menselijke maat scherp in het vizier. Egmont is en blijft een echte, berekenende Nederlander: vol principes maar als de soep te heet wordt gaarne bereid tot compromissen. Een puike les historisch bewustzijn.


--------------------------------------------------------------------------------

De Trouw
woensdag 2 februari 2005
Anita Twaalfhoven


Groothof steelt de show als Graaf van Egmont

Wie zich de geschiedenisles op school herinnert als een saaie aaneenschakeling van jaartallen en feiten, moet snel de nieuwe muziektheatervoorstelling van René Groothof gaan bekijken. In 'De Graaf van Egmont' zet hij de opkomst en ondergang op het toneel van een Hollandse held die Willem van Oranje doet verbleken tot een lafhartige ijdeltuit.


Op de avond voorafgaand aan zijn onthoofding schrijft de Graaf van Egmont aan een kaal tafeltje in een akelige torenkamer een afscheidsbrief aan zijn geliefde. Samen met een muzikale nar, die hem bijstaat in zijn laatste uren, blikt hij terug op een kleurrijk leven 'van veldheer tot slachtkip'. Het is de tijd waarin de katholieke Spaanse overheersers op de vuist gaan met het protestantse leger van Willem van Oranje. Als afgezant van Oranje rijdt Egmont op zijn paard naar de Spaanse koning om een eind te maken aan wrede straffen als de pijnbank, de duimschroeven en de brandstapel die 'ongelovigen' op het rechte pad moeten brengen.

René Groothof heeft weinig middelen nodig om dit alles tot leven te brengen. In een grappig getekend filmpje tegen de achterwand maakt de toren vol muizen plaats voor het landschap tussen Nederland en Spanje. Een ganzenveer, een oude deken of een stok zijn de rekwisieten. Peter van Os speelt een laconieke nar met accordeon en fungeert in het duo als de aangever.
Zelf steelt Groothof met veel bravoure de show. Hij zingt geestige teksten over zijn eigen heldendaden en persifleert tijdgenoten als de Hertog van Alva in een flamencodans. Het denkbeeldige bloed spat in het rond, paarden komen galopperend voorbij en hij trotseert al zijn vijanden.

Maar Groothof is ook, net als de kinderen in de zaal, een doodgewone jongen op zoek naar erkenning. De intense verontwaardiging over het onrecht dat Egmont is aangedaan is erg aanstekelijk en werkt op de lachspieren.

Als beloning voor bewezen moed krijgt de graaf weliswaar een medaille, maar geen vaste baan als minister, zodat zijn acht kinderen nog steeds niet te eten hebben. Als later het opstandige volk de kerken plundert in de beeldenstorm en Willem van Oranje laf op de vlucht slaat, krijgt Egmont bovendien óveral de schuld van.

Zo af en toe gaat de held met het verhaal aan de haal en sommige scènes duren te lang, maar de wrede Spaanse inquisitie, de beeldenstorm en de Tachtigjarige Oorlog lijken geen geschiedenis meer. Het is een spannend avontuur met actuele verwijzingen naar kwesties als de scheiding van godsdienst en staat.
Na zijn onthoofding trekt de held de kraag van zijn jas omhoog en valt hij stuiptrekkend op de grond, met benen die nog lang naspartelen. In een terzijde naar het publiek beklaagt hij zich over het gebrek aan bloemen op zijn begrafenis. ,,Nee, dán prins Bernhard...'', zo sneert hij nog even zonder hoofd naar het koningshuis van Oranje.

Copyright: Twaalfhoven, A.