We gaan nu een collage maken van beelden en woorden waarvan jij vindt dat ze bij jou passen. Als alles mogelijk zou zijn, hoe zou jij er dan uit zien? Wat voor kleding zou jij dragen? Hoe zou je haar zitten? Wat vind jij belangrijk in je leven? Neem een stapel oude tijdschrifen en knip hier plaatjes uit die je kunt gebruiken om een beeld van jezelf te maken. Alle beelden samen zeggen iets over wie jij bent – jouw identiteit. Geef de collage een naam (een titel) die het beste uitdrukt wie jij bent en waar jij voor staat.

Hieronder een aantal voorbeelden – om je inspiratie te geven!

Nu weet je dus een aantal manieren waarop je iets op kunt laten vallen of er zelf opvallend uit kunt zien. Dan val je dus op maar… Hoe word je nu beroemd?
Daarvoor moet je ook nog eens ergens heeeeel goed in worden.

In de voorstelling geeft Dali je een aantal tips:

1. Je naam: Bedenk een klinkende naam die bij je past. Een naam die niemand anders heeft, een naam die opvalt
2. Je entrée: Hoe kom jij ergens binnen? Met gebogen hoofd of met rechte rug? Zorg dat mensen je zien als je binnenkomt.
3. Je kleding: Hoe zie jij eruit? Bedenk opvallende kleding die niet iedereen draagt of draag je kleding op een onverwachte manier.
4. Je daden en woorden: Wat zeg je? Wat doe je? Heb je een opvallende manier van lopen, praten, is er iets dat jij heel goed kan? Benadruk dat dan!
5. Aandacht vestigen: Als je dan iets zegt of doet, let er dan op dat het ook gezien of gehoord wordt. Het heeft geen zin opvallend te doen zonder publiek!
6. Beroemde vrienden: Wie beroemd is, omringt zich met andere beroemde mensen. Wie beroemde vrienden heeft, wordt zelf ook steeds meer gezien. Tenstlotte hoor je dan bij de Club van Beroemdheden (of de zogenaamde BN-ers; Bekende Nederlanders).