vervolg..

Bernd maakt de ene grap na de andere. En even zorgt hij er ook voor dat de gevangen hun situatie kunnen vergeten. Tot een Duitse commandant het vonnis bekend maakt: van de vier mannen moet er één sterven. Ze mogen zelf kiezen wie. Zij mogen bepalen wie hen dood gaat, om de anderen te redden. Een onmogelijke opgave. Toch gaan de vier gevangen met elkaar in discussie: ‘Beter een opofferen om er drie te redden dan niets te doen en alle vier de pijp uit te gaan!’
Dan blijkt Bernd meer dan maar een clown. Hij mengt zich in het gesprek. Bernd: ‘Iemand anders het recht op jouw leven en dood toekennen, betekent dat je alle menselijkheid laat varen en het kwaad laat overwinnen.’ Met andere woorden: als de gevangenen ingaan op het voorstel van de commandant, dan scharen zij zich aan de kant van het kwaad. Immers, alleen slechte mensen beslissen over leven en dood. Bernd zegt eigenlijk dat ze het spelletje van de commandant niet mee moeten spelen, dat ze geen keuze moeten maken.

Met deze gedachte en zijn humor geeft Bernd de mannen in de kuil moed. En het lot is hen uiteindelijk goed gezind. Ze worden vrijgelaten omdat de man die dodelijk gewond raakte tijdens de aanslag op het transformatorhuisje, zich voor de dader uitgeeft. Hij sterft immers toch.

Zijn optredens als hobbyclown blijken het eerbetoon van Michels vader aan de man, de clown, die hem zijn menswaardigheid liet behouden in een mensonterende situatie. Uit eerbetoon aan zijn vader, woont Michel -inmiddels een volwassen man - de rechtzaak tegen oorlogsmisdadiger Maurice Papon bij in diens clownskleren. Als stil protest tegen de onmenselijkheid. Als stil pleidooi voor moed en fantasie.

<<   terug